Nacht van verschrikking

In de avond van 7 november 1941 startten ruim 400 Engelse bommenwerpers voor aanvallen op Berlijn en doelen in het Roergebied. De weersomstandigheden waren slecht toen de machines startten en werden onderweg nog slechter. De nacht van 7 op 8 november zou voor de bemanningen een nacht van verschrikking worden: IJsvorming en steeds aan wakkerende tegenwind op de terugweg, 37 bommenwerpers .keerden niet terug en verscheidene daarvan verdwenen spoorloos inde Noordzee nadat hun benzine totaal was opgevlogen. Whitley Z6827 van No, 78 Squadron startte om 22 uur 31 vanaf het vliegveld Croft met als doel Berlijn. Om 02.25 uur meldde radiotelegrafist Sgt Cameron dat de opdracht niet zou kunnen worden uitgevoerd.De Whitley, die toe in de buurt van de Duitse hoofdstad moest zijn, was in ernstige moeilijkheden geraakt. Ruimvier uur later werd de naar zijn thuishaven terug kerende Whitley door een Duitse jager in brand geschoten. De 25-Jarige .Noord-Ierse commandant, 2e luitenant-vlieger George McCombe, deed nog een wanhopige poging zijn grote bommenwerper ten westen van Nijemirdum aan de grond te zetten, waarbij hij bijna de toren raakte. In tussen waren de sergeants John W. Bell en Gilbert T. Webb, al uit de machine gesprongen om met de hulp van hun parachute veilig de grond te bereiken..Tweede piloot Bell kwam in het IJsselmeer terecht, waar hij omkwam. Zijn stoffelijk overschot werd te Lemmer begraven. Waarnemer Webb overleefde het evenmin zijn parachute opende zich niet, zodat hij te pletter viel. Voor de overige bemanningsleden was het te laat om te springen, zodat McCombe gedwongen was een noodlanding te maken. Onder de moeilijkst denkbare omstandigheden. Het gelukte bijna. helaas schoof de als een fakkel brandende machine te ver door, zodat de cockpit afbrak, en in een sloot terechtkwam. De dappere McCombe kwam om, samen met radiotelegrafist Cameron en staartschutter Boucher. We vinden hun graven terug op het Nijemirdumer kerkhof de Ierse commandant en de Engelse bemanningsleden, Flight sergeant Richard E.Todd was een Amerikaan; die dienst had genomen bij de Canadese luchtmacht. Als piloot van een Wellington-bommenwerper van No. 426 RCAF Squadrori startte hij.op 29 maart 1943 om 19.31 uur van het vliegveld Dishforth voor een aanval op Bochum in het Duitse Roergebied. Dat gebied werd door de Duitse luchtafweer ontzettend sterk verdedigd en de Britse vliegers noemden het Roergebied dan ook sarcastisch: ,the Happy Valley het Dal der Gelukzaligheid,; Het weer was die avond ontzettend slecht, maar Dick Todd , en zijn bemanning vonden het doel en bombardeerden het. Op de terugweg sloeg het noodlot toe bij Tacozijl, toen de Wellington door een Duitse nachtjager werd getroffen en in de lucht ontplofte. Ondanks dat slaagden de sergeants Taylor en Martin er in zich met hun parachute te redden.
De volgende morgen werden ze in de buurt van Tacozijl gevangen genomen.Voor Todd en zijn Canadese bomrichter en staartschutter John F.Gubb en Jack Bailey was het te laat: om 23.46 ploften de wrakstukken van de Wellington neer bij de Sondeler Leijen en uit die wrakstukken werden later hun lijken geborgen.
Ook zij rusten aan de voet van Nijemirdumer toren. Hun graven zijn bezocht door nabestaanden, die gerustgesteld zijn en blijven voor de liefdevolle verzorging van de graven en de bloemen en kransen op dodenherdenkingsdag. Het zegt hun ontzaglijk veel. Ontelbare Geallieerde vliegers kwamen om in het IJsselmeer en velen van diegenen die tenslotte aan een of andere kust aanspoelden, konden niet meer worden geïdentificeerd. En zo vinden we twee ,naamlozen van deze op het kerkhof van Nijemirdum. Het enige dat kon worden vastgesteld is dat beide mannen hadden behoord tot de Royal Air Force verder helemaal niets. Op een gegeven moment niet meer te identificeren viel. Onbekend? Ja, maar toch niet helemaal, want zij zijn, zoals de grafsteen zegt, ,, known unto God"-hun namen zijn bij God bekend.
Hetgeen uiteindelijk toch genoeg moet zijn.